Consultatie Raad over Advies ‘Van beschermd wonen naar een beschermd thuis’
De Adviescommissie Toekomst Beschermd Wonen, beter bekend als de Commissie Dannenberg, heeft in november 2015 een advies ‘Van beschermd wonen naar een beschermd thuis’ uitgebracht dat het college van B&W van Apeldoorn ‘uitermate geschikt’ acht om ‘te betrekken bij de eigen lokale en regionale beleidsvorming’. De verantwoordelijk ambtenaar mw. De Vlieger gaf allereerst een presentatie waarin zij het advies en de actuele ontwikkelingen toelichtte.
Apeldoorn is momenteel centrumgemeente die het geld voor de voorziening ‘beschermd wonen’ krijgt mede voor de gemeenten Brummen, Epe, Voorst en Heerde. De bedoeling is echter dat het geld de komende jaren wordt overgeheveld naar alle gemeenten.
De PvdA-fractie kan zich in zijn algemeenheid goed vinden in het advies van de Commissie Dannenberg.
De overheveling van de financiële middelen voor beschermd wonen naar àlle gemeenten vindt de PvdA een goed idee. Deze middelen kunnen dan worden toegevoegd aan de bestaande WMO-middelen. Vanwege opheffen van schotten kunnen deze middelen efficiënter worden ingezet. Zoals de commissie ook aangeeft, wordt het zo makkelijker om deze zorg nauw te laten aansluiten bij de bestaande lokale ondersteuningsketen. Echter de inzet van middelen in een regionale samenwerking, b.v. met de andere hierboven genoemde gemeenten, moet tot de mogelijkheden behoren. Dit zal zelfs noodzakelijk zijn als het gaat om de inzet van voldoende, op regionaal niveau functionerende specialismen in de GGZ.
PvdA-fractie onderschrijft ook het advies dat er een kostenregeling vereist is tussen gemeenten met oog op verhuizingen van cliënten van de ene naar de andere gemeente. Zo zal de gemeente van herkomst nog gedurende drie jaar, zo is het advies, 50% bijdragen aan de kosten.
In 2020 moet er een nieuw objectief WMO- verdeelmodel zijn dat rekening houdt met de financiering van beschermde woonplekken. Wij vinden het wijs bij de totstandkoming van het nieuwe WMO- verdeelmodel de vinger aan de pols te houden. Ook een evaluatie van het nieuwe WMO-verdeelmodel, elke vijf jaar, zoals de commissie adviseert, achten wij een goed advies.
Wij hebben nadrukkelijk onze bezorgdheid geuit over de communicatie van GGZ- instellingen naar hun cliënten. Wij hebben het hier over een kwetsbare groep mensen die snel van slag is als zich veranderingen in de leefomgeving voordoen. Verhuizen is zo’n verandering. Wij hebben de wethouder opgeroepen dit de komende jaren goed in de gaten te houden.
Overigens vragen wij ons af of de gemeente – in samenwerking met zorg- en huisvestingsaanbieders –in staat zal zijn om ook in voldoende mate in de woonbehoefte van GGZ-cliënten te voorzien. Immers, er liggen ook nog andere volkshuisvestingsopgaven (senioren, studenten, statushouders).
Wethouder Blokhuis stelde dat goede zorg voorop staat, dan eventuele overlast in de wijk. Uiteraard wordt bekeken wat een wijk aankan. Hij wees ook op de ontwikkeling van meer verwarde mensen in de wijk door de afbouw van de zorg in instellingen (30%). Verder gaf hij aan dat de gemeente Apeldoorn niet zal bezuinigen op het huidige budget.
Het lopende jaar zal er een transformatieagenda worden opgesteld met een stappenplan. Hierin worden per categorie cliënten de doelen omschreven. Met elke client zal een serieus keukentafelgesprek worden gevoerd, waarin de mogelijkheden van cliënten worden bekeken. Daar mag een onafhankelijk begeleider aanwezig zijn, vaak zit ook de zorgaanbieder aan tafel.
Belangrijk is dat er goed overleg is tussen zorgverzekeraars en gemeenten om afspraken te maken over snelle’ op- en afschaling mogelijkheden’. Immers, het kan zo zijn dat opname in een instelling soms per direct (tijdelijk) nodig is.
Wordt vervolgd.
Chris Schouten
Raadslid PvdA Apeldoorn