Door op 3 mei 2016

Zie de Turks-Nederlandse jongeren als ónze jongeren

Op vakantie in Turkije zijn ze de coole jongens en meisjes uit het rijke Europa. Hier komen ze moeilijk aan de bak. Toch ligt hun toekomst in Nederland.

Mijn ouders zijn in 1970 naar Nederland gekomen. We woonden in een witte wijk en ik zat op een witte school. Vaak moest ik vertellen over mijn Turkse afkomst. De vragen van toen zag ik als belangstellend en ik beantwoordde ze altijd graag. Nu, jaren later, krijg ik nog steeds dezelfde vragen. Maar de ondertoon is anders. Er ligt meer haat en angst onder. De afgelopen vijftien jaar zijn de tegenstellingen en daarmee ook de teleurstellingen groter geworden. Dat jonge Turkse Nederlanders de arrestatie van Ebru Umar toejuichen is zowel een uiting van deze tegenstelling als van deze teleurstelling. Hun haatdragende reacties waren voor sommige Nederlanders reden om op hun beurt helemaal los te gaan, met scheldkanonnades op internet. En zo versterken beide elkaar.

Door die teleurstellingen flirten veel Turkse jongeren steeds meer met het land van hun grootouders. Die flirt snap ik wel, hoewel ik het er niet mee eens ben. Het is het verhaal van twee statussen. Hier in Nederland hebben veel jongeren het moeilijk: ze komen moeilijk aan de bak, worden gediscrimineerd op de arbeidsmarkt en worden geweigerd in het uitgaansleven. Op tv en in de krant horen en lezen ze dat ze toch maar mislukte figuren zijn. Maar vier weken in het jaar worden ze als koningen behandeld. Want op vakantie in Turkije zijn ze de coole jongens en meisjes uit het rijke Europa. De zon schijnt, het eten is lekker, je voelt je de koning te rijk. Ja, dat is een stuk lekkerder dan het geploeter van alledag in de Hollandse modder.

En toch weten we allemaal dat die vier heerlijke vakantieweken maar vier weken zijn. Het leven van deze jongeren ligt hier en niet in Turkije. En dat gaat ook niet veranderen. Misschien zal een enkeling inderdaad emigreren naar Turkije, maar het zal een enkeling blijven. Je kan wel via internet of de schotel naar Turkije blijven smachten, maar het zal niet meer worden dan een liefde op afstand. Turkse jongeren moeten zich richten op hun leven hier in Nederland en niet blijven dagdromen over een leven in het land van hun grootouders.

Op vakantie in Turkije zijn ze de coole jongens en meisjes uit het rijke Europa

Maar dat vraagt ook wat van Nederland, om deze jongeren te omarmen. Laten we ook deze jongeren zien als onze jongeren. Op de dag dat ik beëdigd werd als Tweede Kamerlid was de eerste vraag die een journalist mij stelde of ik de lange arm van Erdogan was. Hij deed net alsof ik op de eerste dag van mijn Kamerlidmaatschap rechtstreeks met Turkish Airlines uit Ankara in Den Haag in het parlement gedropt was. Dat deed pijn. Alsof ik niet geboren en getogen ben in Nederland. En dat terwijl ik het als volksvertegenwoordiger als mijn taak zie om vooroordelen weg te nemen over burgers met een niet-Nederlandse afkomst. Zodat iedereen beoordeeld wordt op wie hij of zij is, en niet op waar hij vandaan komt. We kunnen elkaar nog jaren met onsmakelijke woorden voor geitenneuker en kaaskop blijven uitschelden, maar hoeveel schieten we daar mee op? Ik vraag aan de Nederlanders: hoeveel allochtonen hebben jullie eigenlijk in je vriendenkring? En aan de Turken: bij hoeveel Nederlanders komen jullie op de verjaardag.

We kunnen elkaar nog jaren met onsmakelijke woorden voor geitenneuker en kaaskop blijven uitschelden, maar hoeveel schieten we daar mee op?

De Turkse Nederlanders willen blijkbaar niet accepteren dat de vrijheid van meningsuiting een fundamentele waarde is. En te veel Nederlanders roepen dat de Turkse Nederlanders dan maar moeten oprotten. Beide groepen betwisten elkaars recht op een mening. De teksten van Umar vind ik niet smaakvol. Vaak zijn ze naar mijn idee voorspelbaar. Maar net zoals ik het recht heb om wat te vinden van haar columns, heeft zij het recht om haar gedachten en emoties openbaar te maken.

Het zou mooi zijn als de uitkomst van deze discussie is dat, nadat Umar weer veilig in Nederland is aangekomen, meer Turkse Nederlanders vinden dat zij moet kunnen zeggen wat ze wil. En dat meer Nederlanders op hun beurt die Turks-Nederlandse jongeren zien als ónze jongeren. Dat hoe verschillend we allemaal ook zijn, we elkaar vinden in wat ons bindt. De waarden waar Nederland voor staat: vrijheid, gelijkheid en solidariteit.

Yasemin Cegerek
Tweede Kamerlid PvdA uit Apeldoorn

Dit artikel is verschenen in De Volkskrant ( KLIK HIER ) op 3 mei 2016.