Er zijn verschillende inkomensregelingen beschikbaar gesteld door de regering en de lokale overheid voor werknemers en ondernemers die als gevolg van de maatregelen door de corona crisis gederfde inkomsten hebben. Voor de hogere kosten van levensonderhoud is nog geen maatregel ingesteld, terwijl dit voor ernstige financiële problemen kan leiden met name bij mensen die leven van een minimum inkomen of uitkering.
In de eerste weken van de corona crisis is er veel gehamsterd in supermarkten zodoende dat goedkopere merken van basisproducten uitverkocht waren en mensen met een minimum inkomen of uitkering genoodzaakt waren een duurder merk te kiezen. Mensen die leven van een beperkt weekbudget voor levensmiddelen gaan veelal de aanbiedingen bij verschillende supermarkten af, maar door de ‘social distancing’ werd dit ontmoedigd. Ook is er een groep mensen in armoede die in een risicogroep vallen en genoodzaakt zijn om hun boodschappen online te bestellen bij een supermarkt en thuis te laten bezorgen. Hierdoor zijn zij meer geld aan hun boodschappen kwijt.
Verder hebben kinderen thuisonderwijs (gehad), waarvoor de randvoorwaarden geregeld dienden te worden. Scholen konden veelal wel laptops uitlenen, maar dan moet je thuis wel (goede) WiFi hebben en in veel gezinnen die leven van een inkomen rond de armoedegrens is dit niet aanwezig. Voor sommige onderwijsprogramma’s moet je zelfs een thuisabonnement afsluiten. Voor niet-digitaal onderwijs zijnook extra kosten gemaakt zoals educatief speelgoed, knutselmateriaal en boeken/leesvoer, doordat de bibliotheken gesloten waren.
Voor mensen die leven van een laag inkomen betekent dit kortweg dat de kosten van levensonderhoud aanzienlijk hoger zijn geworden: voor een gezin met kinderen al gauw meerdere tientjes per week. Men heeft hierdoor moeten interen op de reserves, als deze al aanwezig waren.
PvdA Apeldoorn stelt het college van B&W de volgende vragen: