Door op 8 januari 2014

Column: JSF EN EUROPA

Enige maanden geleden was ik van plan een artikel te schrijven met als titel PPP. In die tijd was ook het buitengewoon congres van de partij, waarbij het wel of niet aanschaffen van de JSF aan de orde was. Daar kwamen ook mijn 3 P’s ter sprake, ik hoefde er dus niet meer over te schrijven. Die 3 P’s bleven echter in mijn gedachten draaien en aangezien we voorlopig nog niet uitgepraat zijn over de JSF zet ik die gedachten alsnog maar op papier.

Waarvoor staan die 3 P’s? Wel, voor principe, praktijk en partij. Ik kom uit een rood Amsterdams arbeidersgezin: ik weet vanuit mijn kindertijd niet anders, mijn ouders lid waren van de SDAP* en mijn twee broers- 10 jaar en 8 jaar ouder dan ik – lied waren van de AJC** Anti-militarisme was vanzelfsprekend: mijn oudste broer was omstreeks 1930 al dienstweigeraar, ik heb in mijn schooljaren met een gebroken-geweertje*** op mijn kraag gelopen. De partij, daarmee werd vroeger “in onze kringen”de SDAP aangeduid, was uiteraard principieel anti-militaristisch, getuige ook de Socialistenmars (die ook nu nog wel wordt gezongen) waarvan het 2e couplet begint met: Niet met de waap’nen der babaren, met kruit noch degen kampen wij, het geesteszwaard der vrijheidsscharen brengt slechts de zege aan ons zij. Een beetje pompeuze en antieke tekst (wie spreekt nog over kruit en degens als wapens?) maar deze mars dateert uit het begin van de vorige eeuw en we zingen ook nog het Wilhelmus, dat veel ouder is en pas in 1932 ons volkslied is geworden.

Dit was dan het principe, waar ik, om het maar mooi te zeggen, nog principiëel achter sta. De praktijk is echter anders. In andere Nederlandse partijen, in andere Europese) landen was men minder anti-militaristisch dan in “de partij (die dit principe in de loop van de jaren 30 schoorvoetend ook enigermae liet schieten), maar de bewapening bleef ver achter bij die van Hitler-Duitsland, dat daardoor in 1939 en volgende jaren een groot deel van Europa onder de voet kon lopen. En met alleen “het geesteszwaard der vrijheidsscharen”waren we niet onder die voet uitgekomen en had ik dit artikel niet kunnen schrijven.;

Hitler-Duitsland is, gelukkig, al heel lang verdwenen. Maar er zijn, helaas, nog tal van groeperingen, die ons met gebruik van wapens een manier van leven willen opleggen, die wij niet willen. En tegen die groeperingen zullen wij ons moeten verzetten en daarvoor, weer helaas, ook over wapens, bijv JSF-s, moeten kunnen beschikken.

Is dit een pleidooi voor de aanschaf van de JSF? Allerminst, het is slechts een aanduiding van de wrijving, die kan ontstaan tussen de twee P’s, het principe en de praktijk. Een wrijving, waarmee de derde P, de partij dus, rekening moet houden en die, zoals is gebleken, voor heel wat (interne) problemen kan zorgen.

Aan de kop van dit artikel, staat JSF en Europa, er bestaat verband tussen die twee en daarom het volgende:

Europa is belangrijk! Dat heeft zelfs de VVD erkend op een onlangs gehouden congres. Uit gesprekken na afloop van dat congres bleek, dat veel leden van die partij voor Europa waren, omdat het ons voordeel geeft, plat gezegd “we kunnen eraan verdienen”. Dat vinden wij natuurlijk ook prettig, maar socialisten (en gelukkig ook vele anderen) vinden, dat niet alleen wij, Nederlanders, recht hebben op een goed leven, dat recht geldt voor alle mensen (en dieren, als een knikje in de richtng van de partij voor de dieren). Een goed leven voor iedereen heeft al gevolgen: er zijn straks- ik heb het al eerder betoogd – geen of nog maar weinig lage-lonen-landen, het aantal koopjes zal aanzienlijk minder worden en daardoor zullen wij minder vaak nieuwe spullen kunnen kopen (wat opzich niet zo erg is: het is goed als er nog iets te wensen overblijft).

Behalve het feit, dat er “beter”van worden is er nog een – materiële – reden voor het blijven bestaan en het uitbreiden van de Europese unie. Een materiële reden, dus die moet ook liberalen aanspreken. En daarmee kom ik terug op de JSF en daarmee op alle andere militaire zaken. Er is steeds, als zich – vriendelijk gezegd – problemen voordoen in niet Europese landen (Afghanistan, Syrië, Mali, Soedan enz.) sprake van welke landen met welke mensen, met welk materiaal ingezet moeten worden om hul te verlenen bij het oplossen van die problemen. Zou het niet verstandiger, voordeliger en dus beter zijn als alle nationalle ministeries van defensie op te doeken en daarvoor in de plaats één Europees “ministerie van defensie” te vormen? De landelijke bijdrage aan “Europa”zal hoger worden, maar de defensiekosten per land zullen vervallen en elk afzonderlijk land hoeft niet meer te beslissen over het al dan niet hulp verlenen en over welke hulpt het zal geven.

En, nu ikt toch bezig ben: nog een ander met het vorenstaande verband hoofd onderwerp: De socialistische beweging was vroeger een groot voorstander van socialisatie of nationalisatie van – in ieder geval – grote bedrijven. We zijn daar op teruggekomen (de Sovjet-unie heeft bewezen, dat dit geen werkbare situatie oplevert), maar de wapenindustrie in handen van de gemeenschap zou voor alles en iedereen – behalve degenen, die er nu grof geld aan verdienen – grote voordelen bieden, zoals bijv.: er hoeft niet aan verdiend te worden, er kan controle worden uitgeefend op de “wapenstroom”, zodat niet iedereen zo maar aan wapens kan komen (minder aanslagen, minder overvallen enz.), de wapenlobbyisten kunnen hun capaciteiten voor andere doeleinden gebruiken. Een prachtige en praktische taak voor Europa!

Fantasie? Nou, 20 jaar geleden waren we er allerminst van overtuigd, dat Europa er zou komen. Droom? Nog wel, maar Hans Spekman schreef onlangs in een e-mail, dat Joop den Uyl ons al leerde, dat smalle marges geen rem zijn voor grote dromen.

Ton van der Velde